Nieuw bewijs uit Ethiopië suggereert dat meerdere soorten mensachtigen, waaronder de onlangs geïdentificeerde Australopithecus deyiremeda, ongeveer 3,4 miljoen jaar geleden naast elkaar leefden. De ontdekking, die zich concentreert op opmerkelijk goed bewaarde voetbeenderen, hervormt ons begrip van de vroege menselijke evolutie en daagt het idee van een strikt lineaire progressie van soorten uit.
De Burtele-voet: een mysterie opgelost
In 2009 hebben onderzoekers onder leiding van Yohannes Haile-Selassie acht mensachtige botten opgegraven die een rechtervoet vormden op de Burtele-locatie in de Afar-regio in Ethiopië. Deze ‘Burtele-voet’ viel op door zijn gorilla-achtige, opponeerbare grote teen – een kenmerk dat duidt op het vermogen om in bomen te klimmen. Uit een eerste analyse bleek dat de voet niet tot de bekendere Australopithecus afarensis (de soort van “Lucy”) behoorde, wat aanleiding gaf tot een zoektocht naar de ware eigenaar.
De puzzel concentreerde zich op de vraag of de voet tot een andere Australopithecus -soort behoorde of tot een primitiever geslacht, Ardipithecus, dat meer dan een miljoen jaar ouder was dan Australopithecus. De ontdekking van kaak- en tandresten van dezelfde locatie in 2015 leidde tot de naamgeving van een nieuwe soort: Australopithecus deyiremeda. Hoewel vermoed werd dat hij de eigenaar van de voet was, verhinderden leeftijdsverschillen aanvankelijk een definitieve bevestiging.
Bevestiging door fossiel bewijs
Verdere opgravingen in 2016 leverden een onderkaakbeen op van A. deyiremeda op slechts 300 meter van de oorspronkelijke voetvondst, en in hetzelfde geologische tijdperk. Hiermee werd onomstotelijk vastgesteld dat de Burtele-voet toebehoorde aan A. deyiremeda.
Dieetverschillen en vreedzaam samenleven
Analyse van koolstofisotopen in A. deyiremeda -tanden onthulden een dieet dat voornamelijk gebaseerd was op boom- en struikvegetatie. Daarentegen A. afarensis -tanden duiden op een voorkeur voor grassen. Deze verschillen in voedingspatroon impliceren minimale concurrentie om hulpbronnen, wat de hypothese ondersteunt dat de twee soorten vreedzaam naast elkaar leefden in dezelfde omgeving.
Haile-Selassie suggereert dat A. deyiremeda heeft mogelijk tijd in bomen doorgebracht terwijl A. afarensis zwierf door de nabijgelegen graslanden, waardoor directe conflicten tot een minimum werden beperkt. Dit daagt de lang gekoesterde overtuiging uit dat de vroege evolutie van mensachtigen strikt lineair verliep, waarbij de ene soort altijd de andere verving. Het nieuwe bewijsmateriaal toont aan dat meerdere nauw verwante soorten gelijktijdig floreerden, zelfs in de directe nabijheid.
Implicaties voor de menselijke evolutie
Deze ontdekking verbreedt ons begrip van de menselijke afkomst. Het suggereert dat “coëxistentie, in plaats van voortdurende concurrentie, diep geworteld kan zijn in onze evolutionaire geschiedenis**. Zoals Carrie Mongle van Stony Brook University opmerkt, zijn de bevindingen van cruciaal belang voor het verkrijgen van een completer beeld van de diversiteit van mensachtigen tijdens het Plioceen.
Het bewijsmateriaal onderstreept dat de menselijke evolutie geen eenvoudige ladder was, maar een complexe, vertakkende struik met meerdere soorten die gedurende langere perioden het landschap deelden.
