Een grijze wolf voor de kust van British Columbia heeft een wetenschappelijk debat op gang gebracht: heeft hij eenvoudigweg een krabbenval overvallen, of heeft hij het eerste bekende voorbeeld van gereedschapsgebruik bij een wilde hondachtigen aangetoond? Door beweging geactiveerde camera’s van de inheemse gemeenschap van de Haíɫzaqv-natie legden het dier vast dat een krabbenval aan land sleepte en het aas consumeerde. Dit gedrag, gedocumenteerd in Ecology and Evolution, stelt de aannames over de intelligentie en het probleemoplossend vermogen van wolven ter discussie.
De ontdekking en het debat
Voor Kyle Artelle, een ecoloog bij het Haíɫzaqv Wolf and Biodiversity Project, zijn de beelden ‘volledig onthullend’. Het vertrouwen en de efficiëntie van de wolf suggereren dat dit niet de eerste ontmoeting is met een krabbenval. Dit gedrag werd aanvankelijk opgemerkt door Haíɫzaqv Guardians, die zagen dat veel vallen naar het strand werden gesleept zonder aas. De camera’s onthulden niet alleen de dader, maar legden ook soortgelijk gedrag vast bij andere wolven.
Of dit kwalificeert als ‘toolgebruik’ blijft echter omstreden. De wetenschappelijke definitie van gereedschapsgebruik – de doelbewuste manipulatie van een object om een doel te bereiken – staat ter discussie. Sommigen beweren dat het opzettelijk trekken van de boeienlijn door de wolf – een uit meerdere stappen bestaand proces van herhaalde uitstapjes in het water – aan de criteria voldoet. Anderen, zoals Benjamin Beck, een voormalig Smithsonian-curator die de definitie van het gedrag van dierlijke gereedschappen codificeerde, beweren dat de wolf de functionele verbinding tussen de boei, het touw en de val niet tot stand heeft gebracht of beheerst, en deze classificeert als ‘objectgebruik’ in plaats van als gereedschapsgebruik.
Ons begrip van Canid Intelligence uitbreiden
Ongeacht de technische definitie onthult de daad een nieuwe dimensie van sluwheid. Evolutiebioloog Robert Shumaker merkt op dat de beelden ‘ons begrip van het gedrag van wolven vergroten’. Natuurbioloog Dave Mech, die al meer dan 60 jaar wolven bestudeert, ziet een duidelijk inzicht in oorzaak en gevolg in de bewegingen van de wolf – boei aan touw, touw aan val, val aan voedsel – wat duidt op aanzienlijke mentale vermogens.
Voor William Housty, een erfelijk hoofd van Haíɫzaqv, resoneert het gedrag met de mondelinge geschiedenis, die spreekt over een tijd waarin wolven en mensen tussen werelden konden wisselen. Deze observatie versterkt het inzicht dat wolven een intelligentieniveau bezitten dat voorheen werd onderschat.
Implicaties en toekomstig onderzoek
Het incident onderstreept dat wolven niet alleen maar roofdieren zijn, maar ook in staat zijn complexe problemen op te lossen. Deze ontdekking kan aanleiding geven tot verder onderzoek naar de intelligentie en het gedrag van hondachtigen, waardoor lang gekoesterde aannames over de cognitie van dieren ter discussie worden gesteld.
Dit gedrag toont aan dat wolven een intelligentieniveau bezitten dat hen in staat stelt hulpbronnen op onverwachte manieren waar te nemen en te exploiteren. Deze observatie vergroot ons begrip van de cognitieve capaciteiten van wilde hondachtigen en versterkt de noodzaak voor voortgezet onderzoek naar hun gedrag in natuurlijke omgevingen.




























